• Home
  • Over ons
  • Modules
  • Basiskennis
  • Lichaamsdelen
  • Interventieradiologie
  • Inschrijven
  • Favorieten
    Nederlands
  • English
  • Nederlands
  • Module

    Nucleaire Geneeskunde

    De basis over het vakgebied nucleaire geneeskunde met uitleg over de verschillende type functionele onderzoeken.

    Nucleaire Geneeskunde
    Radiology Expert
    Toevoegen aan favorieten

    PET-CT

    Een PET onderzoek (Positron Emission Tomografie) is binnen de nucleaire geneeskunde een relatief frequent verricht onderzoek en speelt onder andere een grote rol bij oncologische stadiering en detectie van infectie/inflammatie.
    De PET camera bestaat uit een ring met detectoren, die net als bij de gamma-camera’s bestaan uit een kristal en een systeem om het fotonsignaal te versterken (fotomultiplier). 
    De techniek wordt alsmaar beter en zo zijn de nieuwere PET scanners voorzien van digitale (solide state) detectoren.  
    Zoals eerder beschreven komen er bij het verval van bepaalde radio-isotopen (die positronen uitzenden) twee fotonen vrij, welke zich in tegenovergestelde richting van elkaar af bewegen. De detector rondom de patiënt registreert deze twee fotonen en berekent vervolgens waar het signaal vandaan komt (zie paragraaf Straling).


    Over het algemeen hebben PET-camera’s ook een ingebouwde CT (PET-CT camera). De toevoeging van CT geeft daarbij extra informatie over de anatomie. Ook zijn er tegenwoordig hybride systemen die PET met MRI kunnen combineren. Echter, hier wordt nog maar gering gebruik van gemaakt in de klinische setting en is voorbehouden aan gespecialiseerde centra.


    Net zoals de conventionele scintigrafie wordt er bij de PET-CT gebruik gemaakt van een radiofarmacon. Er zijn verschillende radiofarmaca beschikbaar; elke type geeft andere informatie met betrekking tot de biologische processen in het lichaam. 
    Veruit de meest bekende hiervan is 18F-FDG (18F-Fluorodeoxyglucose). Dit is een glucose-analoog dat, net als het natuurlijke glucose , wordt opgenomen in cellen met hoog glucose metabolisme (bijvoorbeeld hersencellen, bruin vet, maar ook tumorcellen en ontstekingscellen). Het glucose analoog kan echter niet verder verwerkt worden in de citroenzuurcyclus, waardoor het zich ophoopt in de cel. Tumorcellen gebruiken veel meer anaerobe verbranding, in vergelijking met gezond weefsel, waarbij glucose omgezet wordt in lactaat, ongeacht de aanwezigheid van zuurstof. Dit wordt ook wel het Warburg effect genoemd. Hierdoor is er een hoog metabolisme (m.n. hoog glucose verbruik in deze cellen) en is de stapeling van 18F-FDG glucose op een PET dus ook vele malen hoger dan in de omgeving. Deze eigenschap kan gebruikt worden bij het in kaart brengen van eventuele tumoren en metastasen. Daarnaast wordt FDG ook opgenomen in macrofagen, waardoor infectieuze/inflammatoire aandoeningen aan het licht komen (fig. 19).

    Nieuwsgierig?

    Leer alles over Nucleaire Geneeskunde

    Koop een losse module voor €2,50 of alle modules voor €25 per jaar.
    Literatuur: bronnen en auteur

    Text

    drs. A. van der Plas (MSK radiologist Maastricht UMC+)

    With special thanks to:
    dr. T.van de Weijer (nuclear radiologist Maastricht UMC+)
    dr. T.M. Lodewick (nuclear radiologist Maastricht UMC+)

    Illustrations

    drs. A. van der Plas (MSK radiologist Maastricht UMC+)


    Sources:

    • B.J. Manaster et al. The Requisites – Musculoskeletal Imaging (2007).
    • N. Raby et al. Accident & Emergency Radiology – A Survival Guide. (2005).
    • K.L. Bontrager, J.P. Lampignano. Textbook of Radiographic Positioning and Related Anatomy. 2014 (8th edition)

    03/06/2022

    (All the work (text, illustrations, visual elements) seen on this website is copyright by Radiology Expert.
    It may not be used without written permission of Radiology Expert).